Vijf mbo-instellingen ontvingen op woensdag 31 oktober een VET Mobility Charter: hét kwaliteitskeurmerk voor internationalisering in het mbo. De locatie, de 20e etage van een hotel met schitterend uitzicht over Utrecht, was symbolisch. Het mbo haalt immers een hoog niveau wat internationalisering betreft.
Lem van Eupen, directeur van het Nationaal Agentschap Erasmus+, reikte de VET Mobility Charter uit aan ROC Aventus, ROC Da Vinci College, ROC De Leijgraaf, ROC van Amsterdam en ROC A12. Deze scholen blinken uit in stages en studiereizen van studenten en professionals, de ontwikkeling van tweetalig onderwijs en internationalisation at home. Met de Charter kunnen scholen makkelijker internationale stages, uitwisselingen en projecten realiseren.
Van Eupen voerde tijdens de feestelijke bijeenkomst geanimeerde gesprekken met bestuurders en coördinatoren internationalisering van de scholen. Hoe werken zij aan internationalisering? Wat drijft hen? En waar zijn ze trots op?
Plattelandsmeisje wordt dame
Internationalisering is niet voorbehouden aan grote mbo-instellingen, weet het Brabantse ROC De Leijgraaf (5.000 leerlingen). ‘Wij lopen eerder tegen budgettaire grenzen aan’, zei bestuurder Karin Visser. ‘Bijvoorbeeld bij het opzetten van tweetalig onderwijs. Maar bij ons weten de mensen met een kloppend hart voor internationalisering elkaar weer sneller te vinden. We zitten ook dichter op de leerlingen.’ Net als veel andere aanwezigen had Visser zelf positieve internationale ervaringen. ‘Ik ging als plattelandsmeisje naar de VS en kwam als dame terug. Die ontwikkeling gun ik onze leerlingen ook.’
Netwerken
Het succes van internationalisering staat of valt met netwerken: nationaal en internationaal. Dat vindt André Schoonhoven van het Zuid-Hollandse Da Vinci College. ‘Ik zit bijvoorbeeld met collega’s van andere scholen in het Catch-netwerk. We delen contacten met elkaar, helpen elkaar met beleidsplannen...’ Om studenten te enthousiasmeren, maakt de mbo-instelling onder andere gebruik van website www.davinciworldwide.nl en YouTube. ‘Als volgende slag gaan we de speciale website integreren met onze gewone website, om meer traffic te genereren. En met Instagram willen we studenten nog beter bereiken’, aldus de coördinator International Office.
Ingrediënt van taart
Dat werken aan internationalisering een kwestie van doorzetten is, bleek uit het verhaal van ROC van Amsterdam. ‘We hebben een tijd lang geen internationaal bureau gehad’, vertelde het hoofd van het internationale bureau Gyöngyi Somodi. ‘Maar ook toen gingen we door, dankzij mensen binnen de organisatie die er echt in geloven.’ Inmiddels raakt internationalisering steeds meer ingebed in de haarvaten van de school. De colleges binnen ROC van Amsterdam beschikken al over een eigen coördinator internationalisering, binnenkort volgen alle teams dit voorbeeld. Het klonk Van Eupen als muziek in de oren. ‘Internationalisering is niet iets wat je erbij doet, niet de kers op de taart. Het is een ingrediënt van de taart voor goed onderwijs.’
Wereldburgers
Op ROC van Amsterdam zitten studenten met 140 nationaliteiten. De school gebruikt dit gegeven om internationalisering in de schoolbanken vorm te geven. Deze luxe heeft ROC A12 niet. De Gelderse mbo-instelling is er niet minder ambitieus om: ze wil alle leerlingen een buitenlandervaring geven en opleiden tot wereldburgers. Daarbij maakt het niet uit of ze studeren op niveau 4 of 1. ‘De ontwikkeling die studenten doormaken, is gigantisch’, schetste coördinator internationalisering Jan van Kraaij. ‘We vreesden dat een meisje van de Veluwe het maar een paar weken zou uithouden in Londen. Maar ze heeft een half jaar stage gelopen en woont er nu zelfs.’
European job profiles
Ook leerkrachten doen hun voordeel met de internationaliseringsactiviteiten van de scholen. Docenten Clean car technology van het Oost-Nederlandse Aventus haalden kennis op in Zweden en vice versa. ‘Dat heeft geleid tot aanpassingen in onze opleiding’, weet projectleider internationalisering Jacoline Grunbauer. Voor studenten maakt Aventus enthousiast gebruik van European Job Profiles. Grunbauer: ‘Deze beschrijven wat we verwachten wanneer onze studenten gaan werken in het buitenland. Ze helpen ons om goede afspraken te maken met buitenlandse partners en leiden tot betere stages voor de studenten.’
Koploper
Inmiddels beschikken 32 Nederlandse mbo-instellingen over een VET Mobility Charter. Daarmee is Nederland koploper in Europa. Ook heeft Nederland nu al voldaan aan een belangrijke Europese doelstelling: in 2020 moet minimaal 6% van de mbo-afgestudeerden hebben deelgenomen aan internationaliseringsactiviteiten. ‘Het zegt iets over het belang dat het mbo hecht aan internationalisering én over de kwaliteit van de internationale activiteiten’, concludeerde Van Eupen. ‘Wij blijven jullie hierin zo goed mogelijk ondersteunen als Nationaal Agentschap.’