Platform Profiel Actueel

boekx.jpg

Deltion presenteert boek met praktische tips voor begeleiding jongens

7 apr 2017 | Nieuws

Jongens leren anders dan meisjes, dat wordt steeds meer onderkend. En dat jongens minder presteren in het huidige schoolsysteem weten we ook. Hoe kunnen wij als onderwijsinstelling jongens helpen om het beter te gaan doen op school?  Henno Oldenbeuving van jongerenbureau BEET en Karin van Brussel, onderwijsadviseur van het Deltion College in Zwolle, deden drie jaar onderzoek naar behoeften en leerstijlen van jongens. Hun conclusies en tips hebben ze gebundeld in het boek ‘Geef ze vleugels in het mbo’. Het eerste exemplaar van het boek wordt vanmiddag officieel aangeboden aan Ilja van Santen, projectleider van het Centrum Onderwijs & Innovatie in Leiden.

‘Geef ze vleugels in het mbo’ is  een praktische handleiding om typisch jongensgedrag te begrijpen, een betere relatie met mannelijke studenten op te bouwen en onderwijs meer te differentiëren. Het boek bevat praktijkvoorbeelden en tientallen tips voor een meer jongensachtige aanpak en is leesbaar voor iedereen. Het eerste deel omschrijft de werking van het brein van jongens en meisjes, het tweede deel bevat direct toepasbare adviezen.

Brief Bussemaker

Aanleiding voor het onderzoek was de brief van Minister Bussemaker over het Emancipatiebeleid in het mbo. Daaruit bleek dat het mbo-onderwijs ronduit slecht scoort. In het mbo zitten veel jongens die onder hun niveau werken. Ook schooluitvallers en laatbloeiers zijn vaker man. Tevens worden er vooral jongens doorverwezen naar Halt.

Onderzoek

Oldenbeuving en Van Brussel besloten te achterhalen waar de schoen wringt. Bij de technische opleidingen van Deltion, waar ruim 90% van de studenten jongen is, gingen ze in gesprek met leraren en studenten. Gedurende drie jaar inventariseerden ze de behoeften en eigenschappen van mannelijke studenten en slaagden erin leerstijlen en leerbehoeften van jongens in kaart te krijgen.

Begeleiding

Uit de gesprekken kwam naar voren dat jongens in het mbo over het algemeen weinig autonomie in hun leerproces ervaren en  weinig vertrouwen hebben in hun vakmanschap. Ze voelen zich veelal niet écht gezien en gewaardeerd. Dit kan leiden tot overlast gevend gedrag in de klas en, nog erger, tot onnodig talentverlies. Van Brussel: ‘Hoewel het er van buitenaf misschien niet  zo uitziet, hebben jongens een docent of een begeleider nodig. Aan de ene kant omdat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, aan de andere kant door de druk die hen vanuit de maatschappij wordt opgelegd. Ze hebben behoefte aan iemand die ze richting geeft, aan aandacht en betrokkenheid van iemand die ze echt ziet en met ze meedenkt.’

Voorbeelden

De technische opleidingen van Deltion organiseerden inspiratiesessies waarin leraren goede voorbeelden van wat werkt voor jongens deelden om elkaar aan het denken te zetten over de voordelen van gedifferentieerd onderwijs. Zo brachten Van Brussel en Oldenbeuving in kaart welke manier van benaderen en welke manier van lesgeven jongens kan helpen beter te presteren. Parallel aan dit praktische onderzoek bestudeerden Oldenbeuving en Van Brussel literatuurstudies over dit onderwerp.

Feeling voor sekseverschillen

Henno Oldenbeuving: ‘Het onderpresteren van jongens is een landelijk probleem. Als een school feeling ontwikkelt voor sekseverschillen en als collega’s hier onderling over praten, kan dat al een heleboel strijd en energie in de klas schelen. Met ons boek hopen we binnen zoveel mogelijk onderwijsinstellingen in het land het gesprek op gang te brengen, zodat we zoveel mogelijk jongens de vleugels kunnen geven die ze verdienen.’

 
 

 
Meer over
 

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies