Schoolleiding heeft een groot effect op de kwaliteit van de lessen die onder zijn of haar leiding worden gegeven. Dat beaamt staatssecretaris Dekker van OCW op 18 april jl. op vragen van VVD-Kamerlid Straus. Straus had daar vragen naar gesteld naar aanleiding van het rapport van de Inspectie van het Onderwijs op het onderdeel van de kwaliteit van schoolleiders. Dekker liet de Kamer per brief weten dat het inspectieonderzoek aantoont dat ‘de kwaliteit van schoolleiders samenhangt met de kwaliteit van lessen’. En verder: ‘Verbetering van de kwaliteit van schoolleiders is dus niet alleen zinvol voor schoolleiders zelf, maar heeft ook een positieve uitwerking op de kwaliteit van het onderwijs.’
Op de vraag van Straus naar het oordeel van Dekker over de conclusie van de Onderwijsinspectie dat schoolleiders niet voldoen aan de door de eigen beroepsgroep opgestelde competenties, antwoordde de staatssecretaris: “Het beheersen en integraal kunnen inzetten van de competenties is belangrijk voor goed schoolleiderschap en daarmee ook voor goed onderwijs aan leerlingen. Het is goed dat er een uitdagende kwaliteitsnorm is, die door de beroepsgroep zelf is opgesteld. De Onderwijsinspectie toont in haar onderzoek aan dat schoolleiders over het algemeen naar behoren functioneren, maar dat er ruimte is voor verbetering. De schoolleiders in het funderend onderwijs hebben de afgelopen periode laten zien dat ze deze uitdaging oppakken door te werken aan hun eigen bekwaamheid. Dit sluit aan bij mijn beleid om de kwaliteit van schoolleiders te verbeteren. Ik zie daarbij een belangrijke rol voor het schoolleidersregister. Dit is een instrument waarmee de kwaliteit van schoolleiders zichtbaar gemaakt wordt en de verdere verbetering daarvan gestimuleerd wordt door eisen te stellen aan bevoegdheid, bekwaamheidsonderhoud en beroepshouding.”
(bron: minister van OCW)