Platform Profiel Actueel

nji.jpg

Beroep op jeugdzorg neemt toe – NJI brengt oorzaken en gevolgen in kaart

4 mrt 2020 | Nieuws

Gemeenten en instellingen worstelen met oplopende tekorten door het groeiend jeugdzorggebruik. Waarom doen steeds meer kinderen een beroep op de jeugdzorg? De vraag naar jeugdzorg is in twintig jaar tijd spectaculair gestegen. Kreeg twintig jaar geleden 1 op de 27 kinderen jeugdzorg, inmiddels is dat 1 op de 8. Volgens het Nederlands Jeugdinstituut zijn daarvoor verschillende verklaringen. Voor gewone opvoed- en opgroeivragen wordt steeds vaker een beroep gedaan op jeugdzorg. Daarnaast is er door bezuinigingen weinig ruimte voor vernieuwingen en investeringen. Tot slot kiezen professionals bij twijfel vaak voor de inzet van zorg, waardoor het zorgstelsel overbelast raakt.

Het Nederlands Jeugdinstituut krijgt veel vragen over waarom zoveel kinderen en jongeren in de jeugdzorg terechtkomen en wat er moet gebeuren om ervoor te zorgen dat minder kinderen en jongeren die zorg nodig hebben. Als we het hebben over jeugdzorg, bedoelen we de jeugdhulp (inclusief de jeugd-ggz), de jeugdbescherming en de jeugdreclassering.

Eerst de cijfers: hoe groot is het zorggebruik eigenlijk? De algemene trend is onmiskenbaar. Het zorggebruik is in de loop der jaren sterk gegroeid: kreeg twintig jaar geleden ongeveer 1 op de 27 kinderen en jongeren jeugdzorg, nu is dat 1 op de 8. De groei zwakt wel enigszins af, maar het zorggebruik is nog steeds hoog. In dit essay wijzen we op drie hoofdfactoren van de groei:

  1. In de eerste plaats ontwikkelingen in het opgroeien en opvoeden van kinderen. Psychosociale problematiek lijkt niet toe te nemen, wel het aantal echtscheidingen, prestatiedruk en problematisch socialemediagebruik. Maar er is ook een hoge geluksnorm, gewone obstakels worden benaderd als een probleem, er is veel aandacht voor allerlei risicofactoren en beschermende factoren blijven onderbelicht. Dat alles wekt de indruk dat opgroeien en opvoeden een moeilijke onderneming is. En de verantwoordelijkheid voor het succes van die onderneming wordt vooral neergelegd bij het individuele gezin en veel minder bij de samenleving. Bij alle strubbelingen die dat oplevert, komt professionele hulp goed van pas.
  2. De tweede hoofdfactor is het nieuwe stelsel. De overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten (2015) is een logische stap, maar heeft de zorgaanbieders en de gemeenten opgezadeld met een loodzware taak. De zorgaanbieders moeten meer mensen zorg bieden. Tegelijkertijd krijgen ze te maken met verschillende gemeenten met elk hun procedures en kwaliteitseisen, en met kortingen op tarieven. De gemeenten op hun beurt staan voor de opgave om het zorggebruik te verminderen door een transformatie van het stelsel. Maar ze hebben weinig invloed op de instroom via belangrijke verwijzers naar de jeugdzorg: artsen en rechters. Soms vallen er dingen onder jeugdzorg, zoals dyslexiezorg, waarvan de vraag is waarom de gemeente daarvoor verantwoordelijk is. Ook vraagt de transformatie veel investering in de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving en in preventie – en in de afbouw van intensieve zorg – terwijl gemeenten en aanbieders door een forse bezuiniging weinig investeringsruimte hebben. Dat schept de paradoxale situatie dat de vernieuwing van het stelsel moeilijk van de grond komt, waardoor een verder groeiend zorggebruik op de loer ligt.
  3. De derde hoofdfactor betreft de hoge verwachtingen over en tegelijkertijd de beperkte stand van ontwikkeling van de preventie en de jeugdzorg. Professionals lijken veiligheidshalve vaak te kiezen voor de inzet van zorg, terwijl de resultaten van die zorg beperkt zijn. De kennisontwikkeling in de sector is namelijk nog relatief jong. Tegelijk wordt bestaande kennis te weinig gebruikt. Dat stuwt het aantal kinderen en jongeren dat in zorg zit omhoog.

In een nieuwe infographic laat het Nederlands Jeugdinstituut zien wat de drie hoofdoorzaken zijn en hoe we die kunnen aanpakken. De infographic is een gevisualiseerde weergave van het vorig jaar verschenen essay Het groeiend jeugdzorggebruik.

Duurzame vernieuwing
Er is meer consensus nodig in de samenleving over hoe we willen dat kinderen opgroeien en wat dat vervolgens betekent voor de inzet van jeugdzorg. Een duurzame vernieuwing van het stelsel vraagt om een investering in vier kerningrediënten van het jeugdstelsel: versterking van de basis, versterking van de preventie, verbetering van de eerste lijn en verbetering van de intensieve hulp. Daarbij is het vooral belangrijk dat dit in samenhang gebeurt. Een nieuwe stelselwijziging kan dit in de weg staan.

Bron: Nederlands Jeugd Instituut

 
 

 
Meer over
 

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies