Het voorstel van D66-Tweede Kamerlid Paul van Meenen om te kijken hoe het leerrecht het beste in de wet verankerd kan worden, is aangenomen. D66 vindt dat ieder kind een recht op onderwijs moet hebben. Dat recht bestaat nu nog niet in Nederland. Leerlingen hebben wel een leerplicht. Maar het kind en de ouders kunnen de toegang tot onderwijs daarmee niet afdwingen. Door kabinetsbeleid worden scholen financieel beloond als zij leerlingen accepteren die het goed doen op school. Tegelijkertijd is het financieel aantrekkelijk voor scholen om leerlingen te weigeren die onder het gemiddelde scoren. ‘Het onderwijs is juist van en voor de leerlingen’, aldus Van Meenen. ‘Zo lang er nog geen leerrecht bestaat is passend onderwijs voor iedere leerling een illusie. Scholen kunnen nu leerlingen om dubieuze redenen weigeren. Het gevolg is dat duizenden leerlingen thuiszitten. Dat moet zo snel mogelijk stoppen.’
In Nederland bepaalt het schoolbestuur nu nog of een kind toegang heeft tot de school. Daarnaast rekent dit kabinet (VVD/PvdA) het onderwijs af op het gemiddelde: alles boven het gemiddelde is goed. Staatssecretaris Dekker noemt het zelfs ‘excellent’. Alles daaronder deugt niet. Ook de financiering van scholen is afhankelijk van de resultaten van de leerlingen. Van Meenen: ‘Dit leidt er toe dat scholen er belang bij hebben om leerlingen of studenten te weigeren die om goede redenen niet aan het gemiddelde komen. Leerlingen die bijvoorbeeld een extra zorgbehoefte hebben, die laatbloeier zijn, of voldoende, maar onder het gemiddelde scoren. Zo hoort ons onderwijs niet in elkaar te zitten. Wanneer het leerrecht in de wet is opgenomen, hebben leerlingen een middel om hun recht op onderwijs af te dwingen.’
Artikel 28 van het VN-verdrag voor de rechten van het kind zegt: ‘Het kind heeft recht op onderwijs. Basisonderwijs is voor ieder kind gratis en verplicht. De overheid zorgt ervoor dat het voortgezet - en beroepsonderwijs toegankelijk is voor ieder kind, in overeenstemming met zijn of haar leerniveau.’ In Nederland is het nu zo geregeld dat het leerrecht vertaald is in de leerplicht. Een kind is vanaf 5 tot 18 jaar verplicht ingeschreven te staan op een school. Met het leerrecht hebben ouders en leerlingen een middel in handen om hun recht op onderwijs af te dwingen.
bron: D'66