Platform Profiel Actueel

ROC van Twente integreert seksuele- en genderdiver

ROC van Twente neemt seksuele- en genderdiversiteit op in het onderwijs

6 feb 2018 | Nieuws

In een aantal steden draaien projecten om scholen ‘diversiteitsbestendig’ te maken. ROC van Twente maakt school met trainingen die docenten vaardig maken in het inbedden van seksuele – en genderdiversiteit in de lessen.

Het woord ‘homo’ valt, en het gegrinnik en de dubbelzinnige grappen in het klaslokaal zijn niet te stuiten. Hoe doorbreek je dat patroon als docent, en zorg je ervoor dat studenten ook wat afwijkt van de gebruikelijke heteronorm als normaal gaan beschouwen?

Tools voor inbedding in schoolstructuur

Het project ‘Seksuele diversiteit in het mbo, een duurzame aanpak’ moet roc’s helpen seksuele diversiteit beter in het onderwijs te verankeren. Sinds 2013 deden dertig Nederlandse roc’s mee aan het project, dat met ondersteuning van OCW en de mbo-raad, wordt getrokken door COC Nederland, Theater AanZ, en Edu-Divers (kenniscentrum voor onderwijs en seksuele diversiteit). De voorstelling LEEF van AanZ, speciaal geschreven voor het mbo, maakt deel uit van het project. Het stuk gaat over drie jongeren die strijden voor hun geluk en seksuele identiteit. ‘Seksuele diversiteit in het mbo’ beslaat drie trajecten, waarvan het eerste (2013-2014) bestond uit twee theatervoorstellingen met een vragenlijst en focusgesprekken met docenten en leerlingen. Het tweede traject (2015-2016) ging dieper in op het thema seksuele- en genderdiversiteit. Daarnaast leerden professionals hoe zij kunnen omgaan met extreme reacties van studenten. Aan het derde traject (2017-2018) nemen tien roc’s deel. Het bestaat uit vijf voorstellingen LEEF!, een trainingsdag en coaching/begeleiding van een interne werkgroep. EduDivers geeft training en begeleiding om het thema Diversiteit te integreren in de opleiding, en COC Nederland stimuleert studenten op hun school Gender Sexuality Allicances (GSA’s) op te zetten: scholierengroepen van LHBT-studenten (lesbisch homo, biseksueel, transgender) die op hun school voorlichting geven over verschillende seksuele voorkeuren.

ROC van Twente, geïnspireerd door onder andere dit project, startte in 2014 een eigen docententraining op het gebied van seksuele-en genderdiversiteit. De training maakt deel uit van de ROC-academie van ROC van Twente, die docenten trainingen biedt met verschillende thema’s. Het doel van de training over seksuele- en genderdiversiteit: docenten handvatten geven om het thema te integreren in het curriculum en om te gaan met situaties die op dit gebied kunnen spelen.

‘We besteedden hier altijd al aandacht aan, maar er zat geen lijn in’, vertelt Edwin Beskers, docent, onderzoeker en projectleider bij ROC van Twente. ‘Docenten wisten van elkaar niet wat ze deden. Ze wisten niet goed hoe ze het moesten aanpakken, of ze meenden ten onrechte dat het thema op hun opleiding niet zou spelen.’

 

Worsteling

In een dagdeel leren docenten hoe zij seksuele- en genderdiversiteit in lesmaterialen van alle vakken kunnen integreren, hoe zij signalen kunnen herkennen bij studenten die worstelen met hun geaardheid en hoe zij dit met hen kunnen bespreken. Zij worden getraind in methodes om als docententeam op een lijn te komen, en terughoudende collega’s over de streep te trekken.

‘We schetsen de ontwikkeling van jongeren met diverse geaardheden en laten de verschillen daarin zien’, licht Beskers toe, ‘gedrag dat docenten kunnen leren herkennen. Voor de meeste docenten is seksuele en genderdiversiteit geen probleem. Maar jongeren kunnen zelf kampen met eenzaamheid, psychische problemen, verslechterde schoolresultaten.  In de training zoomen we daarom in op wat zo’n worsteling met jongeren doet. Dat trekt docenten vaak wel over de streep. Nog beter werkt het dat studenten zélf vertellen hoe zij deze periode ervaren hebben. We nemen daarom altijd drie studenten mee die uit eigen ervaring vertellen. Dat werkt goed.’

Hoe kunnen docenten inspelen op gedrag dat duidt op worstelen met seksuele identiteit? Beskers: ‘Als jongeren eenmaal hebben ontdekt hoe en wie ze zijn, dat voor zichzelf hebben geaccepteerd en daar open over zijn kunnen ze soms wat doorslaan. Bijvoorbeeld door uitgebreid te vertellen over hun liefdesleven. Jongeren vinden het weleens lastig om in te zien en te accepteren dat andere mensen er soms even aan moeten wennen. Docenten mogen studenten daar best op aanspreken. Zij zijn daarin soms terughoudend, bang om te kwetsen, ‘niet-tolerant’ te lijken.’

Docenten kunnen studenten heel erg helpen door af en toe – zijdelings – signalen af te geven dat diversiteit normaal is. Bijvoorbeeld door bij burgerschap aandacht te besteden aan landen waar homoseksualiteit strafbaar is, door bij taalvakken boeken met een diversiteitsthema te bespreken, door bij verzorging in te zoomen op het feit dat homoseksualiteit in de jeugd van ouderen een taboe was, door bij autotechniek te praten over twee vrouwen die een auto kopen.’

‘Jongeren die hun identiteit vormen, kunnen dit heel opvallend doen’, ervaart ook Carolien van Os, docent en vertrouwenscontactpersoon opleiding Zorg & Welzijn en lid van de Werkgroep Seksuele Diversiteit ROC van Twente.’Sommigen zijn heel open, gaan zich bijvoorbeeld anders kleden. Anderen juist opvallend stil bij het onderwerp “seksuele geaardheid”’

Macho’s

Met rollenspelen en theater worden voorbeelden getoond, die docenten bewustmaken van gedrag dat kan duiden op problemen rond geaardheid. Zij leren signaleren en krijgen tools aangereikt om met de verschillende vormen van seksuele- en genderdiversiteit om te gaan.

Omdat de training voor een belangrijk deel uitgaat van vraagstukken waar LHBT-studenten in de praktijk mee zitten, wordt hij met leden van de GSA bij ROC van Twente gegeven, gecombineerd met voorstellingen van Theater AanZ.

GSA-leden vertellen over hun ervaringen met docenten en medestudenten op het gebied van seksuele geaardheid. Hoe voelen zij zich onder negatieve opmerkingen, hoe reageren zij? Hun ervaringen, en de discussies tussen deelnemers over praktijkgevallen moeten docenten handvatten opleveren om een LHBT-vriendelijk schoolklimaat te creëren.  

Maatwerk is een belangrijk element, benadrukt Beskers: ‘Bij de ene opleiding speelt straatcultuur, bij de andere heeft religie een grote invloed op de opvattingen van studenten. Op dit soort situaties, en de manier waarop verschillende culturen omgaan met seksuele- en genderdiversiteit, gaan we expliciet in. We werken met jonge mensen, die deze onderwerpen niet altijd vanzelfsprekend van huis uit meekrijgen. Voor jongeren met een islamitische achtergrond is het vaak lastig om uit de kast te komen.’

Sinds een groeiend aantal docenten binnen ROC van Twente de cursus volgt, neemt seksuele- en genderdiversiteit bij een aantal vestigingen een grotere plaats in binnen het curriculum.

Zo zijn binnen de financieel-administratieve opleidingen lesmaterialen aangepast aan studenten van verschillende geaardheden. In de rekenvoorbeelden kopen André en Achmed een huis.

Esther Nolten, trajectbegeleider ROC van Twente: ‘Als mentoren tonen dat ze openstaan voor verschillen in genderidentiteit, komen studenten gemakkelijker naar hen toe. Een Turkse student, die niet uit de kast durfde komen omdat zijn vader moeite had met homoseksualiteit, kon ik verwijzen naar een externe mentor uit de GSA-groep om mee te sparren.’

Geleidelijk worden studenten van ROC van Twente zich meer bewust van andere patronen dan het geijkte man-vrouw-model. LHBT-studenten durven ook vaker voor hun geaardheid uit te komen, al verschilt dit per opleiding, weet Van Os: ‘Bij Beveiliging is het moeilijker dan bij Zorg & Dienstverlening.’

Dat is ook de ervaring van Sara Veldhoff (17), eerstejaarsstudent aan de koksopleiding. Als meisje tussen jongens had zij moeite om haar klasgenoten te vertellen dat zij een relatie met een meisje heeft: ‘Er zijn binnen het roc nog te veel macho’s die het over “vieze homo’s” hebben. Ook in mijn eigen klas. Ik kon daar op een gegeven moment niet meer tegen en vroeg of ze dat niet meer willen doen waar ik bij ben, omdat ik mij als lesbienne aangesproken voel. Tot mijn verbazing bleken mijn klasgenoten mijn coming-out leuk te vinden. Maar sommige studenten uit andere klassen lopen met een boog om mij heen.’

Om meer aansluiting en herkenning te vinden, meldde Veldhoff zich bij het GSA van ROC op haar school: ‘Daar kan ik problemen bespreken met mensen die mij ook snappen.’

Om bij te dragen aan een voor LHBT’ers veilig schoolklimaat, zet zij zich in voor het GSA met voorlichting aan studenten en docenten, onder andere tijdens de docententraining: ‘Docenten moeten meer aandacht besteden aan gender-gerelateerde zaken. Sommigen begrijpen die wereld niet zo goed.

Ze moeten uitstralen dat ze ervoor openstaan. Leren zien dat iemand iets dwars zit, duidelijk maken dat mensen bij hen terechtkunnen. Docenten beginnen dit te beheersen.’

Auteur: Ineke Westbroek

Adviezen

  • Vermijd ‘Jongens en meisjes’. Vraag studenten hoe ze aangesproken willen worden.
  • Maak samen met ouders een concreet stappenplan als jongeren voor hulp aankloppen.
  • Zorg dat LHBT-studenten zo nodig steun kunnen krijgen van andere LHBT-studenten, bijvoorbeeld via een GSA.
  • Overleg of hulp nodig is bij een coming-out op school, bijvoorbeeld iemand van het COC of Transvisie die in de klas lastige vragen opvangt.
 
 

 
Meer over
 

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies