Platform Profiel Actueel

Minister: Extra beloning voor scholen die vsv effectief bestrijden

10 mrt 2014 | Nieuws

Minister: Extra beloning voor scholen die vsv effectief bestrijden
Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker zetten nog een tandje bij in de strijd tegen de uitval van leerlingen in het mbo. Ze nemen geen genoegen met de op zichzelf stevige daling van het voortijdig schoolverlaten in het mbo en vo, van 71.000 in 2002 naar 28.000 in 2012-2013. Hun argument: Jaarlijks verlaten nog ruim 25.000 jongeren zonder diploma de school. Iedere jongere die uitvalt is er één te veel.

 

Daarom moet er gezamenlijk onverminderd worden doorgepakt om jongeren op weg te helpen. In een brief aan de Kamer presenteren Bussemaker en Dekker daartoe het Plan van Aanpak ‘Startkwalificatie met perspectief, een passende plek voor iedereen’. Daarin is ook sprake van extra beloning voor scholen die vsv effectief bestrijden.

 

Het huidige vsv-arrangement dat tot 2016 loopt, blijft ongewijzigd: de convenanten in de RMC-regio’s lopen zolang door, evenals de vsv-middelen. Maar ook na afloop van het convenant in 2015 is inzet van regionale partijen noodzakelijk om uitval te voorkomen. De maatregelen die Bussemaker en Dekker presenteren, omvatten met name de kwaliteit van onderwijs, organisatie en begeleiding in het mbo, de overgang vmbo-mbo en de regionale samenwerking.

 

Kwaliteitslag

Bussemaker en Dekker willen een kwaliteitslag in onderwijs en organisatie. Schoolgerelateerde redenen blijken in de helft van de gevallen de belangrijkste oorzaak van uitval (ROA). Goed en uitdagend onderwijs voorkomt schooluitval. In aanvulling op Focus op Vakmanschap wil Bussemaker de kwaliteit bij elke mbo-instelling gericht verbeteren door op specifieke thema’s kwaliteitsafspraken te maken. Daar waar het kan en zinvol is, worden concrete resultaten financieel beloond. In 2015 gaat de vsv-aanpak deel uitmaken van deze kwaliteitsafspraken. Er komt extra aandacht voor achterblijvende mbo-instellingen.

 

Ook moet er voldoende begeleiding zijn, zeker tijdens de eerste twee jaar. Jongeren moeten precies weten waar ze aan toe zijn, zoals één vast aanspreekpunt bij vragen, of les volgens een aaneengesloten rooster. Samenwerking met het thuisfront van de leerling (inclusief jongvolwassenen) speelt een belangrijke rol bij de aanpak van verzuim, uitval of achterblijvende resultaten. Scholen dienen hun verzuimprocedures op orde te hebben. De werking van het Verzuimloket wordt verbeterd.

 

Perspectief

Jongeren die uitvallen moet een perspectief worden geboden. Begeleiding door de gemeente kan hierin meer betekenen. Door slim gebruik te maken van de beschikbare informatie en door samenwerking tussen gemeente en onderwijsinstelling, kan een uitgevallen jongere gericht worden begeleid naar een opleiding, baan of andere vorm van participatie. Een integrale aanpak en een breed vsv-netwerk zijn noodzakelijk om uitval effectief aan te (blijven) pakken. In dit netwerk is ook de justitieketen een belangrijke partner. Het vroegtijdig delen van signalen draagt bij aan de preventie van schooluitval en crimineel gedrag.

 

Het doel is te komen tot een goed en duurzaam perspectief op de arbeidsmarkt. Intensieve samenwerking van het onderwijs met regionale werkgevers is van belang. Bussemaker en Dekker roepen werkgevers op om, nu de economie langzaam aantrekt, bij het opvullen van de behoefte aan personeel geen jongeren van school te plukken en in dienst te nemen voordat ze hun diploma hebben behaald. Om jongeren in staat te stellen een goede, passende keuze te maken die is gebaseerd op reële verwachtingen, moeten ze al vroeg kennismaken met diverse opleidingen en beroepen. Om te komen tot objectieve en betrouwbare informatie over opleidingen en beroepen gaat de Stichting Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) een Studiebijsluiter ontwikkelen. Deze biedt gebundelde informatie over relevante aspecten van een opleiding, zoals studenttevredenheid, studiesucces en kans op stages, leerbanen en werk. Vanaf 1 augustus 2014 kunnen alle mbo-opleidingen een Studiebijsluiter aanbieden. Vanaf 1 augustus 2014 starten ook de experimenten met de vakmanschaproute. Het doel is de aantrekkelijkheid van het beroepsonderwijs voor potentiële uitvallers te vergroten. De vakmanschaproute is een geïntegreerde (en waar nodig praktijkgerichte) leerroute vanaf de derde klas vmbo-bb en vmbo-kb tot en met een diploma op mbo-2. Jongeren in een kwetsbare positie zijn onder meer leerlingen uit het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, evenals vmbo’ers voor wie de reguliere overstap naar het mbo te groot is. De groep jongeren in een kwetsbare positie betreft dus zowel jongeren die met behulp van passende ondersteuning in staat zijn een startkwalificatie te behalen, als jongeren voor wie een startkwalificatie niet haalbaar blijkt. Bussemaker en Dekker vinden dat het onderwijs in samenwerking met gemeente, zorg en werkgevers passende steun en begeleiding moet bieden. De minister verkent de mogelijkheden om mbo-instellingen die resultaat boeken in een betere overgang vmbo-mbo, vanaf schooljaar 2015-2016 financieel te belonen.

 

BRON: Ministerie van OCW

 
 

 
Meer over
 
Pixabay: kpgolfpro
1 mei 2015

Hogeschool Rotterdam bezorgd over uitval in mbo

Hogeschool Rotterdam bezorgd over uitval in mbo

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies