Er is weer een Nederlands record verbeterd. Toen de Nederlandse ballonvaarder Boesman en zijn Franse metgezel Jacquet enige weken geleden de lucht ingingen, hadden zij zeker niet het plan een record-poging te wagen. Met grote snelheid steeg de ballon echter tot een hoogte van ruim 6 km. Daar hadden de luchtreizigers niet op gerekend. De ballon kwam neer in Duitsland tussen Osnabruck en Miinchen. Het was de eerste ballon die sedert 10 jaar op Duitse bodem daalde, als we ten-minste de door de geallieerde piloten neergeschoten versperringsballons niet mederekenen. De Duitsers waren er natuurlijk direct bij om Boesman gevangen te nemen en het heeft hem zelfs moeite gekost om weer spoedig vrij te komen. Zes km, een Nederlands record. Maar leest u vooral goed dat woordje Nederlands, want Piccard zocht het nog ruim 10 km hoger en Stevens kwam ter hoogte van 22 km.
Vrijwel dagelijks lezen we over allerlei record-verbeteringen in het luchtruim. Afstanden bestaan er practisch niet meer voor de mens. Met snelheden van 400, 500, 600 km of nog sneller verplaatsen vliegtuigen ons in alle richtingen. ' En toch . . . wij mensen blijven kinderen van moeder aarde, kinderen die niet ver van hun moeder weg kunnen. Zeker, er zijn vliegers die duizenden en nog eens duizenden kilometers hebben afgelegd, maar nog nooit zijn zij meer dan enkele kilometers boven de oppervlakte van onze planeet uitgekomen! Wanneer we ons slechts 20 kilometer verticaal in het luchtruim konden verheffen — een afstand van vier uur wandelen — dan zouden wij ons bevinden in een duisternis, zwarter dan de zwartste nacht, ook al kunnen we de zon fel aan het uitspansel zien schitteren. Zuurstof om te ademen is op deze hoogte vrijwel niet aanwezig, de luchtdruk is zo klein dat onze longen zouden barsten en de temperatuur zo laag, dat we spoedig in een ijsklomp zouden zijn veranderd. Dit weinig aanlokkelijke gebied heeft echter reeds vele jaren de voile belangstelling der geleerden, die op onze aarde zelf uitgekeken raakten. Toen de mens, dank zij luchtballons en vliegtuigen zich in de lucht kon verheffen, was de tijd van de eerste onderzoekingen aangebroken. Er kwamen wonderlijke dingen aan het licht; vooral na de tweede wereldbrand werden ijverige pogingen in het werk gesteld de hoge luchtlagen te verkennen.
Inhoudsopgave