Platform Profiel Actueel

186.jpg
Deel dit AO-boekje met anderen

Met de linkerhand

Auteur
AO NR. 186
ISBN
JAAR 1947
Categorie Wiskunde, ICT & Natuurwetenschappen

Samenvatting

Telkens als we iemand rondom ons opmerken, die bij voorkeur zijn linkerhand of linkerbeen (b.v. bij voetballen) te werk stelt, valt ons dat op. Het schijnt iets uitzonderlijks te zijn, iets dat afwijkt van de gewone regel. Vooral de jeugd is er vlug bij om zo iets te ,,noteren" en er kritiek op te oefenen. De mens kan nu eenmaal ongelijkheid of liever afwijking van datgene, wat hij zelf als regel of natuurlijk beschouwt, slecht verdragen. Er is beheersing, een zekere graad van beschaving voor nodig om in anderen te dulden, op zijn minst, wat van onze gewoonten of gedragswijzen afwijkt. En aangezien de jeugd in deze beheersing het meestal nog niet ver gebracht heeft, wordt het schampere ,,linkspoot" al vlug iemand naar het hoofd geslingerd.
Linkshandigheid wordt zodoende vaak beschouwd niet alleen als iets uitzonderlijks,
maar ook als iets abnormaals of in elk geval iets, dat niet veel verschilt van een lichamelijk gebrek.
Ook onder volwassenen heerst meestal — zij het in zachter vorm — een dergelijke mening: ieder heeft wel eens gehoord van de combinatie linkshandigheid en stotteren en alleen het feit, dat men wel eens gehoord of gelezen heeft over dit onderwerp, laat meestal als vaag residu achter: „met die linkshandigheid is het toch niet helemasl pluis".
Daar komt bij, dat het idee om in linkshandigheid iets minderwaardigs te zien, in de taal is vastgelegd of verdisconteerd en wel sinds oeroude tijden. ,,Linkspoot" is een voor ieder duidelijke aanwijzing, terwijl „rechtspoot" zinloos is. Een „links" iemand is zonder meer een ,,onhandig" iemand, zelfs al is hij dan niet eens linkshandig. Op die wijze zit er zelfs iets in van een onaangename karakter-trek, zoals b.v. in de uitdrukking ,,linkse streken", dat niet veel verschilt van „slinkse streken". Taalkundig is slinks trouwens hetzelfde als links. Wanneer u verder denkt aan uitdrukkingen als „met de linkerhand trouwen (= ongelukkig trouwen), met het linkerbeen uit bed ge-stapt zijn, iemand links laten liggen, de zegeningen van de linkerhand" e.d., dan is wel duidelijk, dat op „links" een doem rust, die diep in de taal verankerd is.

Inhoudsopgave

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies