Niets bestaat niet. Het ‘niets’ kan zelfs niet gedacht worden. Althans ver voor onze jaartelling waren er Griekse filosofen die daar zo over dachten. Uit het ‘niets’ kan niet iets voortkomen. En er is geen verandering of beweging mogelijk, omdat dan iets nieuws ontstaat wat er nog niet eerder was. Maar was er wel een oerstof als water, lucht of vuur waaruit alles is voortgekomen?
Dit zijn zomaar enkele vragen over het mysterie van ‘niets’ en ‘nietzijnde’. Over dat mysterie beschrijven de auteurs in dit boekje enkele opvattingen uit de Pré-socratische filosofie, wat de benaming is voor de westerse filosofie tussen circa 600–400 v.Chr., de beginfase waarin Socrates en diens volgelingen de filosofie (letterlijk: liefde voor de wijsheid) nog niet beïnvloed hadden.
Inhoudsopgave
5 Is er iets? Nee hoor, er is niets.
5 Zegt de wetenschap iets over niets?
7 Als u een vraag stelt, stel die dan filosofisch!
8 Parmenides: alles is (zijnsmonisme), verandering is onmogelijk (immobilisme)
11 Zenón van Elea: werkt immobilisme uit; beweging is onmogelijk
13 Thales: niets wordt uit niets en iets gaat niet door verandering over in niets
15 Anaximander: alles ontstaat uit een oneindige, eeuwige massa (Apeiron)
18 Anaximenes: lucht veroorzaakt verandering en beweging
20 Bestaat niets wel?
22 De auteurs
23 Bronnen