Een geruststellend AO: we zijn allemaal intelligent. Sterker nog: we beschikken
allemaal - zij het in wisselende mate - over verscheidene intelligenties.
Korter gesteld: over een meervoudige intelligentie. Deze simpele, nochtans
opzienbare constatering heeft grote gevolgen, bijvoorbeeld voor het testen
van mensen, voor het leren van mensen, maar ook voor het begrijpen
van de micro-situatie: hoe komt het dat een bepaald iemand in gezelschap
steeds het hoogste woord heeft of zich juist terugtrekt, dat er vaak over
voetbal wordt gesproken, graag wordt gemusiceerd, enz? Inzicht in dezen
geeft een basis voor waardering en respect.
Uw hoofdredacteur genoot van dit AO - daaraan is zijn onderwijsverleden
niet vreemd - maar iedere lezer zal door deze bijzondere combinatie van
zowel nieuwe als herkenbare informatie geboeid zijn.
Inhoudsopgave
4 Intelligent zijn we allemaal
5 Het ontstaan van het model
6 Gardner’s opvatting van leren
7 Intelligentie in een verschuivend perspectief
8 Intelligentie gemeten
9 Piaget
10 Onderzoek van het brein
11 Pluriformiteit
12 De 8 intelligenties
13 Criteria
14 De verschillende intelligenties
16 Het profiel
18 Intelligentie en leerstijl
22 Hoe onderkennen we de intelligenties
23 De bijdrage en betekenis van meervoudige intelligentie voor het onderwijs
26 Vormgeving aan onderwijs
28 Tot slot