Louis Armstrong, Nat King Cole en Sidney Poitier vormden met enkele andere "kleurgenoten"
de artistieke voorhoede van het Noord-Amerikaanse leger getalenteerden dat
zich in de vorige eeuw op de podia, in de theaters en het witte doek manifesteerde. In
Nederland was dat evenzo het geval met acteurs als Otto Sterman en Donald Jones. Zij
werden aanvankelijk slechts gevraagd voor rollen die hun huidskleur "benutten", totdat
zij er genoeg van hadden en zich zelf een toegang tot andere rollen verschaften.
De functie van theater is - naast te onderhouden - problematiek in beeld te brengen,
mentaliteit te beïnvloeden, op te voeden zelfs. In dit geval als het gaat om inter- of multiculturaliteit.
Dit AO gaat over deze twee, in elkaars verlengde liggende thema's.
Een aspect is de vervreemding van de gekleurde kunstenaar van zijn oorspronkelijke
omgeving. Zoals Ajaxola, de jonge Zuid-Afrikaanse voetballer, overkomt in een stuk van
toneelgroep DNA.
De AO-reeks herbergt inmiddels een imposant aantal theater-uitgaven, zoals pagina 21
toont. Dit AO is een waardevol complement.
Inhoudsopgave
4 Van migrantentheater naar multi/ interculturaliteit
5 1935: een zwart debuut
7 Pionieren: het Soeterijntheater en Rufus Collins
9 Theater voor alle Amsterdammers: De Nieuw Amsterdam
11 Cosmic en Hollandse Nieuwe
14 Rotterdam goes Marokko
16 Lachen met/om Marokkanen
19 De toekomst: Urban Theatre?