Tijdens de Duitse bezetting bestond er voor veel Nederlanders reden om 'onder te duiken'. Spoedig ontstond voor hen de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers, oftewel de LO. De meer dan twintigduizend ondergedoken Joden, de illegale werkers, duizenden ondergedoken studenten en oud-militairen moesten echter ook gevoed worden. De Landelijke Knokploegen (LKP) gingen distributiekantoren en transporten overvallen om aan bonkaarten voor voedsel voor als die onderduikers te komen. De LKP waren in staat om de LO bijvoorbeeld in de eerste helft van 1944 elke maand ongeveer 100,000 'gekraakte' bonkaarten te leveren.
Coen van Tricht
KP-leider, officier Binnenlandse Strijdkrachten en plaatselijke commandant.
Inhoudsopgave
2 LO-LKP
5 Onderduiken
10 Verzet
11 Bonnen
16 Wapens
18 Pilotenhulp
20 Sabotage