We krijgen nieuw geld! We kunnen weer de stuivertjes laten rollen, omdat ze een ronde vorm zullen krijgen; de centen worden kleiner; de twee-en-een-halve-centstukken en halve centen zullen verdwijnen enz.
Tenminste wanneer onze volksvertegenwoordiging haar goedkeuring hecht aan het wetsontwerp dat op 12 Juni 1947 aan de Staten-Generaal werd aangeboden. In dit wetsontwerp is een nieuwe regeling opgesteld inzake het Nederlandse munt-wezen. Wanneer het ontwerp door de beide kamers van de Staten-Generaal wordt aangenomen en tot wet verheven wordt, komt de Muntwet 1901 — die in de loop der jaren reeds herhaaldelijk gewijzigd was — te vervallen. Een ieder is er thans wel van overtuigd, dat deze nieuwe wet noodzakelijk is geworden, daar ons muntstelsel tijdens de bezetting door maatregelen van de Duit-sers volkomen was gedesorganiseerd. Zoals het in de regel minder moeite kost geld uit te geven dan het te ver-dienen, zo is het ook eenvoudiger het muntwezen te desorganiseren dan het weer op een gezonde basis op te trekken. Maar het zal nu niet lang meer duren voor we de zinken oorlogs-herinnering uit onze portemonnaie hebben verjaagd. De noodzakelijkheid van een goed georganiseerd muntwezen wordt door de mensheid al vele eeuwen ingezien. De ervaring heeft tegelijkertijd geleerd dat door de eeuwen heen meer geld verknoeid dan gezuiverd werd. Wil men de betekenis van het Wetsontwerp-Muntwezen be-grijpen, dan is het nodig zich eerst te bezinnen op de vraag wat geld en wat munten eigenlijk zijn en we moeten allereerst een fikse duik in de geschiedenis nemen.
Inhoudsopgave