Platform Profiel Actueel

Profiel Exclusief: Teams Deltion evalueren in kade

Profiel Exclusief: Teams Deltion evalueren in kader van curriculumontwikkeling

18 aug 2017 | Nieuws

Een jaar na invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers en de keuzedelen gaan de onderwijsteams van Deltion College evalueren. De curriculumontwikkeling werd vanaf 2013 binnen Deltion serieus opgepakt en dat geldt ook voor de evaluatie. ‘Herontwerp dient een vast onderdeel van de werkzaamheden van onderwijsteams te zijn. Alleen dan kunnen docenten zich herkennen in hun eigen onderwijs’, aldus Albert Jan Hoeve, strategisch onderwijsadviseur Deltion College. Het herontwerp stond centraal in het interview dat Profiel had met hem en met Sandra Beugel, managing consultant bij CINOP Advies. Zij stond mee aan de basis van de Curriculumtool die Deltion ontwikkelde.

AJH: Voor de evaluatie van de herontwerpfase en de implementatie van het nieuwe curriculum is voor de onderwijsteams een kaartenset, de Curriculumtool, met vragen ontwikkeld. Het interessante is dat je bij een evaluatie gaat terug redeneren. Bij het ontwerp van een curriculum ga je uit van een visie, je moet je studenten kennen en de kaders bepalen voor het onderwijs. Daarna komen het grof ontwerp en vervolgens het fijn ontwerp. De herontwerpfase kent vijf stappen. Het eerste jaar met het nieuwe curriculum zit er nu op. De evaluatie is de zesde fase. De teams beginnen daarin met terugkijken naar de fijn- en grofontwerp. Wat werkte en wat niet? Wat zijn de meningen en ervaring van studenten? De vragen in de kaartenset helpen te verhelderen wat er kan en moet worden aangepast. Bij dit alles wordt tevens gekeken naar de gevolgen van eventuele aanpassingen voor de visie? Overigens is er binnen Deltion al besloten dat we de visie eens in de twee jaar bekijken.

SB: Albert Jan en ik hebben in de beginfase van de ontwikkeling van de Curriculumtooltool bij Deltion samengewerkt. Ik ondersteun zelf veel curriculum- en herontwerptrajecten en een van de valkuilen voor teams is dat als iets niet goed loopt, teams snel geneigd zijn het curriculum weer te willen herzien. Soms zelf zonder goed te weten wat de oorzaak is van dan het nu niet goed loopt. Risico hiervan is dat een goede implementatie van het curriculum geen kans krijgt en het herontwerp zichzelf niet goed kan bewijzen in de praktijk. Dan ben je al gauw ad hoc bezig. De methode van Deltion biedt de mogelijkheid het geheel te evalueren en vanuit het overzicht onderdelen te verbeteren. Dat biedt ook de kans onderwijs gefundeerd een niveau op te schalen.  

Wat vraagt het van teams om met dit kernproces te werken?

AJH: Curricula waren lange tijd tamelijk statisch, hoewel docenten zelf toch ook aan hun lessen sleutelden. Dat is mooi maar als tientallen docenten binnen een team dat allemaal individueel doen, loop je grote kans dat de samenhang die je met elkaar ooit hebt bedacht vervaagt. Deze laatste, de evaluatiefase kan dit voorkomen. Maar het werkt pas als een team vanaf het begin van het herontwerp is betrokken. Ze zijn zelf verantwoordelijk. In de teams zijn docenten vrijgesteld en uren toegekend om herontwerper te zijn. Met een onderwijsadviseur uit het College zijn ze aan het werk gegaan.

SB: De onderbouwing vanaf de startfase is essentieel. Het moet een manier van werken worden waarin het hele team zich herkent: een visie op: zo werken wij hier aan het verzorgen van goed onderwijs.

Waar begin je met een curriculumherontwerp? Met iets nieuws of bij wat er is?

AJH: Belangrijk bij het herontwerp is dat je beschikbare kennis verzamelt en gaat ordenen. Die kennis is in en buiten de organisatie veelal ruim voorhanden, bij docenten maar ook in ict-systemen. Zo weet de afdeling Marketing&Communicatie waar studenten vandaan komen. Bij herontwerp is systematisch werken een vereiste.

SB: De crux is ook dat het team in de manier van werken een open houding heeft en ideeën van ‘hoe het altijd ging’ moet kunnen loslaten. Je moet met elkaar betekenis geven aan het proces. Bij veel scholen hoor je na het herontwerproces terug dat ze hadden gehoopt tegelijkertijd een kwaliteitsslag te kunnen maken. Bij nogal wat scholen is dat onvoldoende gelukt, omdat alle energie en tijd is opgegaan om op tijd een goede basis te kunnen neerzetten. Ik hoor van veel opleidingsmanagers dat zij vinden dat de vernieuwingsslag / innovatie vaak onvoldoende zichtbaar is in het nieuwe curriculum.

AJH: De waan van de dag en drukte spelen teams parten. Bij Deltion zijn we daarom bewust twee jaar voor de invoering van de nieuwe dossiers begonnen en hebben we alle niveaus en teams bij het proces betrokken. Het begon met een visie om te voorkomen dat de teams alle kanten zouden opgaan. Je moet strak inzetten, op discipline en op het voorzien van expertise binnen de teams zelf.

SB: Belangrijk is dat je vanaf het moment dat het beleid nog in ontwikkeling is goed weet waar het bij de vernieuwing om gaat en dat je de implicaties ervan overziet. Een aantal scholen is daar vroegtijdig en actief op ingestapt, anderen zijn later begonnen. Voor die laatste categorie scholen is de tijd dan heel krap en ontstaat er onnodig een verhoogde druk. Voor een kwaliteitsslag is er dan al helemaal geen ruimte meer.

AJH: Voor sommige teams is de noodzaak voor een herontwerp ook minder urgent dan voor anderen. Denk aan de bakkersopleiding. Dat werkveld verandert niet zoveel. Maar het laat onverlet dat je ook dan een team moet begeleiden en ondersteunen.

Docenten worden niet opgeleid in curriculumontwikkeling.

AJH: Nee, we hebben veel zelf moeten ontwikkelen en hebben anderen daarin opgeleid. Een docent wordt voorbereid op het eigen vakgebied, maar om het geheel te kunnen overzien en daarin veranderingen aan te brengen, daar is in de lerarenopleiding weinig aandacht voor. Ooit was in Enschede de studie Onderwijskunde een bekende opleiding op het gebied van curriculumontwikkeling. Maar die is gestopt. Ook de nieuwe Masteropleidingen voor docenten voorzien niet in herontwerp.

SB: Er zijn op zich wel allerlei methodes en modellen voor curriculumontwikkeling en ook zijn er tal van trainingen en workshops curriculumontwikkeling. Zo verzorgen we zelf een standaard training curriculumontwikkeling en hebben we in het recente verleden ook met Profiel Promeetings georganiseerd. Het eigen maken van de materie is en blijft cruciaal. Herontwerp wordt nog teveel gezien als een droge oefening terwijl het een heel creatief proces is. Je gebruikt tal van informatiebronnen, werkt in teamverband en vanuit diverse invalshoeken. Als team ga je op zoek naar het teamverhaal; waartoe leiden we op? Hoe leert onze student? En hoe bieden we ons onderwijs aan om studenten op een goede manier van A naar B te krijgen?

AJH: Als school wil je met elkaar een bepaalde cultuur ontwikkelen en eenzelfde taal spreken.  Daar zijn gezamenlijke basisprocessen zoals het herontwerp heel belangrijk in. De samenwerking met CINOP in het begin van ons proces maakte inzichtelijk welke basiselementen voor een curriculum onmisbaar zijn. Dat maakte voor teams het proces en de uitwerking van de nieuwe dossiers meer inzichtelijk. Inmiddels is de herontwerptool een vast onderdeel van het werk binnen onderwijsteams. Ook jonge docenten maken er bij indiensttreding direct kennis mee.

De rol van de overheid, hoe wordt die ervaren in dit proces?  

AHJ: Het is nog teveel een houding van: Gij zult. Dat schept veel druk en onrust. De overheid is dwingend, kijk naar de norm van 1000 uren. En tegelijkertijd is er de roep om flexibel te zijn en maatwerk te leveren. We belanden in een spagaat.

SB: Er is ruimte voor teams om eigen keuze te maken maar juist als je iets anders wil, is het belangrijk dat je kan staan voor de keuzes die je als team maakt m.b.t. de inrichting van het onderwijs. Men is door jarenlange top down sturing en een strenge Inspectie verleerd om als team te zeggen: dit willen wij.

AJH: In mijn optiek dient de leiding van de school met de teams te bekijken waar men in wil excelleren en welk onderwijs men wil bieden. Daarvoor heb je een visie nodig op basis waarvan je een curriculum ontwikkelt. Alleen dan kan een team motiveren wat men doet en waarom. Ook als men niet aan de urennorm kan voldoen of de bpv anders wil organiseren. Je moet kunnen staan voor je onderwijs en niet bang zijn. Dan kan er veel meer en krijgt creativiteit een kans.

Interview: Ben Claessens, hoofdredacteur ProfielActueel.nl

 

 

 

 
 

 
Meer over
 
background_deltion.jpg
9 sep 2017

Profiel Exclusief: Sanne Benit (Deltion): Evaluatie curriculum-herontwerp essentieel

Profiel Exclusief: Sanne Benit (Deltion): Evaluatie curriculum-herontwerp essentieel

COOKIE INFORMATIE

Voor een volledige werking van deze website wordt gebruik gemaakt van cookies.
Meer informatie over cookies > Accepteren Alleen noodzakelijke cookies