Als het aan de VO-raad ligt wordt er snel werk gemaakt van een officieel maatwerkdiploma voor leerlingen aan het eind van het voortgezet onderwijs. Alleen op die manier kunnen scholen onderwijs op maat verzilveren en echt recht doen aan de individuele talenten van leerlingen. Dat stelde Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad, in zijn toespraak op het VO-congres in Nieuwegein.
Veel scholen maken op verschillende manieren de omslag van ‘massaproductie’ naar ‘maatwerk’. Dat blijkt uit gesprekken met ruim 700 schoolleiders en bestuurders tijdens de VO2020-tour van de VO-raad en uit eerste resultaten van een scan die ruim 300 scholen invulden. Toch lopen scholen nog aan tegen de grenzen van het huidige systeem. De nieuwe wet Onderwijstijd biedt scholen weliswaar meer ruimte voor flexibiliteit en maatwerk, maar het uiteindelijke effect van bijvoorbeeld het volgen of afsluiten van vakken op verschillende niveaus, is voor een leerling op dit moment nog heel gering.
Paul Rosenmöller: “Het idee dat leerlingen hun diploma halen op het niveau van hun slechtste vak is niet meer van deze tijd. De vmbo-tl'er die vanwege dyslexie op het vmbo zit, maar de exacte vakken goed op havo-niveau kan doen, zal zich erkend en uitgedaagd voelen als het vmbo-diploma met een certificaat, plaatsmaakt voor een officieel maatwerkdiploma. Mijn oproep aan de politiek is dit snel en voortvarend aan te pakken.”
Bij de transitie naar meer maatwerk in het VO speelt de inzet van ICT een grote rol. Vrijwel alle scholen die de VO2020-scan al invulden, zetten digitaal lesmateriaal in bepaalde mate in, omdat ze daarmee in het onderwijs meer rekening kunnen houden met verschillen tussen leerlingen en beter kunnen aansluiten bij de beleving van leerlingen.
De VO-raad vindt een snelle doorbraak op het gebied van ICT en digitaal lesmateriaal daarom cruciaal. “Onze concrete ambitie is dat scholen binnen twee jaar de keuze kunnen maken hoe ICT in te zetten bij gepersonaliseerd leren, dat alle belemmeringen om die keuzes te maken zijn weggenomen en dat het duidelijk is voor scholen hoe ze deze keuzes kunnen implementeren.”, aldus Rosenmöller.
Bron: VO-raad