Waar moeten de duizenden vluchtelingen die nu naar Nederland komen les krijgen? En wat kan de rol van de roc’s daarin zijn? Vooralsnog lijkt het aan centraal beleid te ontbreken. Toch zijn er inmiddels verschillende pilots in ontwikkeling.
‘Erkende vluchtelingen kunnen natuurlijk hun inburgeringsbudget bij ons besteden,’ zegt Marian Kroeze-Aveskamp, directeur MBO College voor Loopbaanontwikkeling & Participatie van het ROC van Twente. ‘We geven al les aan 650 mensen. Maar we voelen ons ook verantwoordelijk voor de groep die nog niet aan inburgering toe is. We zoeken naar manieren om deze mensen in beweging te krijgen samen met de Universiteit van Twente en Saxion Hogeschool Bijvoorbeeld door hun meeloopdagen aan te bieden in kleine modebedrijfjes en een app te ontwikkelen met tips en filmpjes met bewegingsactiviteiten voor vluchtelingen.’
De beperking daarbij is dat de school geen reguliere gelden voor deze groep mag inzetten. ‘We zoeken naar creatieve oplossingen hiervoor. Mogelijk kunnen docenten vrijwillig taallessen geven aan deze groep,’ zegt Kroeze. Lastig bij het ontwikkelen van beleid is ook dat niemand weet hoe groot het aantal vluchtelingen wordt. ‘Er komen hier alweer drie azc’s in de regio bij. We willen graag helpen, maar we kunnen niet alles overzien.’
Bas Schuiling, kwartiermaker mbo instroom namens VluchtelingenWerk Nederland, merkt ook dat er onduidelijkheid bestaat bij roc’s. ‘In 2008/2009 hebben roc’s hun inburgeringsactiviteiten moeten afbouwen. Nu is er weer behoefte aan. Maar het is een markt van pieken en dalen. Hoe geef je die vorm? En wat kun je doen met een beperkt budget?’
Dit jaar hebben gemeenten als taakstelling om 28.900 vluchtelingen te huisvesten, en voor de eerste helft van 2016 zijn dit er 20.000. Ongeveer 40 procent van deze groep heeft (potentieel) mbo-niveau.
In het voorjaar is een werkgroep met vertegenwoordigers van diverse roc’s, het ministerie van OCW en SZW, SBB, UAF, MBO Raad en VluchtelingenWerk al begonnen met de inventarisatie van alle knelpunten. Het grootste probleem is de informatievoorziening, merkt Schuiling. ‘De vluchtelingen weten niet welke mogelijkheden er zijn in Nederland en de roc’s weten niet wat er kan.’ Daarom zijn er nu twee pilots in ontwikkeling in Zeeland en Groningen, waar vluchtelingen bij de leer-werkloketten van UWV informatie kunnen krijgen over het Nederlandse systeem.
Schuiling: ‘Een inburgeringstraject sluit vaak niet aan bij de gewenste (vervolg)opleiding van vluchtelingen. Door goede voorlichting te geven willen we ze meteen de juiste inburgeringscursus laten kiezen en zich laten oriënteren op de mogelijkheden van opleiding en werk. En als ze die cursus bij een roc volgen, is de kans groter dat ze daar verder hun weg vervolgen.’
Verder wordt onderzocht of de waardering van diploma’s al kan worden uitgevoerd als de vluchtelingen nog in een azc verblijven. ‘Zo is in een vroeg stadium duidelijk wat iemand kan gaan doen.’
In het Alfa-college in Groningen komt een pilot waarin een inburgeringscursus wordt gecombineerd met een entreeopleiding, zodat de deelnemers meteen een startkwalificatie kunnen behalen. Verder werkt Scalda in Zeeland aan een voorschakeltraject, een combinatie van een inburgeringscursus en een mogelijke vervolgopleiding. Er zijn vak-elementen en een stage aan toegevoegd.
Aan de pilots doen nu nog kleine groepen vluchtelingen mee. Binnenkort komt de werkgroep met uitgewerkte concepten die voor juli kunnen worden uitgerold over het hele land.
Bron: ProfielActueel - vaktijdschrift Profiel