We geven geen onderwijs en we krijgen geen onderwijs. Onderwijs 'gebeurt'. In een dialoog tussen docent en student. Onderwijs, hoe geavanceerd de middelen en de opleidingen ook lijken, is in feite een oeroud ritueel. De mensheid bestaat mede dankzij dit ritueel. Het is als een vuur dat wordt ontstoken vanuit een wens die zo oud is als de mensheid zelf: overdragen wat door eeuwen van evolutie heeft verworven. Het is een gebeurtenis die ontstaat in wederzijdse afhankelijkheid waarin voor zowel student als docent grote belangen spelen. Onderwijs is de tijd van hun leven, niet zozeer in de zin van ‘geweldig’ als wel in letterlijke zin, ze investeren met hun leven. De student leert zichzelf door vallen en opstaan kennen wat voorwaardelijk is om zichzelf verder in het eigen bestaan te ‘vestigen’. De docent komt meer en meer tot ontplooiing en tot wasdom en beantwoordt daarmee aan de zin van het bestaan. Het gaat erom die zin terug te vinden in wat men doet en dat te worden wat men in wezen al is. Onderwijs is derhalve als levende ervaring en als openbaring van de eigen mogelijkheden en kwaliteiten onbetaalbaar. Onderwijs, het aanleren van een vak, is in feite een voertuig en bron van zelfkennis en ontwikkeling. Voor student én docent.