Uit het Noorden nadert een zeilschip de stranden van ons land. Het ziet er angstaanjagend uit met het rechthoekige zei! en de hoog oplopende voorsteven met de grijnzende drakenkop. De krijgshaftige bemanning die het schip met de bijna vijf meter lange riemen voortroeit en die soms bijna geheel schuil gaat achter de grote ronde schilden, schijnt niet veel goeds in de zin te hebben. Wat zal er met deze indringers gebeuren7. Zal er verzet worden geboden, zodat ze smadelijk de aftocht moeten blazen7 Neen, we krijgen een heel ander schouwspel te zien. Er staan deftige heren gereed om de bont uitgedoste krijgers een woord van welkom toe te roepen; er wordt gejuicht en gezongen, ja, misschien worden er in de avonduren wel vreugdevuren ontstoken, terwijl de journa-listen enthousiaste reportages geven van de aankomst van deze strijders uit het hoge Noorden, de Vikingen.
Inhoudsopgave